Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie: Anders leren denken en anders leren doen.
Gedragstherapie en cognitieve therapie zijn onafhankelijk van elkaar ontstaan en bieden tegenwoordig samen voor vrijwel alle psychische klachten wetenschappenlijk bewezen effectieve behandelingen.
Cognitieve therapie gaat vooral uit van de invloed van het denken op het gevoelsleven van mensen. Hoe iemand zich voelt heeft weer effect op hoe een mens handelt.
Wie belangrijke zaken en gebeurtenissen in het leven gewoonlijk vanuit een negatief standpunt beziet, wordt gemakkelijker angstig, somber of geïrriteerd, met alle negatieve gevolgen die daar bij komen kijken. Dit geeft weer aanleiding om in de negatieve denktrant te blijven. De vicieuze cirkel is rond.
De kern van de behandeling is het samen onderzoeken of die negatieve wijze van denken wel helemaal klopt, of dat ook anders tegen deze zaken aangekeken kan worden. Er wordt veelal gebruik gemaakt van een g-schema of van vergelijkbaar oefenmateriaal.
Angstige mensen blijken sneller en vaker gevaar te ervaren of te verwachten bij bepaalde situaties, depressieve mensen denken sneller en vaker dat zij mislukt zijn in het leven of dat anderen hen werkelijk niet mogen of minachten.
Deze gedachten verkrijgen met behulp van oefeningen minder invloed op ons denken en onze handelwijze.
In gedragstherapie ligt de nadruk bij oefenen met ander, nieuw gedrag.
Ook het doen en laten van mensen heeft in belangrijke mate invloed op hoe zij zich voelen.
Zo is het lastige gevolg van bepaalde zaken zo veel mogelijk uit de weg gaan, dat de angst voor deze zaken eerder zal toenemen dan afnemen. Op korte termijn voelen we opluchting, op lange termijn nemen de klachten en problemen toe.
Door gericht te oefenen verliezen de angstige of sombere gevoelens steeds meer invloed en krijgen mensen weer grip op hun klachten en hun leven.